Het Food lab van Voedsel voor de Toekomst: cocreatie in de praktijk
Cocreatie is een hip woord. Het wijst op samenwerking, waarbij alle deelnemers invloed hebben op het proces, een proces waarbij dialoog, enthousiasme, daadkracht en focus op resultaat centraal staan. Maar hoe ziet cocreatie er in de praktijk uit? De lancering van het food lab is alvast een mooi voorbeeld.
Al meer dan een jaar werken Vredeseilanden, Colruyt Group, Provincie Vlaams-Brabant en KU Leuven samen in het project Voedsel voor de Toekomst. Er passeerden al heel wat innovatieve activiteiten de revue zoals een workshop met kinderen over eten in 2050, een kookworkshop met Chiro jongeren.
Ongeveer een jaar geleden kruisten we het pad van Sebastiaan en Lotte, twee docenten die binnen de opleiding Management van de UCLL wel aan de slag wilden gaan met het project. Zij zochten en vonden 3 enthousiaste studenten – Axana, Linh en Caro – die voor hun eindwerk ‘iets’ innovatief wilden doen rond voedsel voor de toekomst. De opdracht luidde: “ontwikkel een food lab dat jongeren laat proeven van voedsel voor de toekomst en hen aanzet tot duurzame voedselconsumptie”.
Verschillende pistes werden afgetast, van een rondrijdende bakfiets tot een caravan. De studenten kregen een maximum budget van €8000 om dit alles te realiseren. Ze maakten berekeningen, deden aan trend watching en verdiepten zich in de sociale media.. De ideeën van de studenten werden voorgesteld en kortgesloten met de stuurgroep.
En op 1 juni stond hij er dan… een echt food lab, professioneel uitgebouwd, in Scandinavische stijl met een zachte knipoog naar het platteland. We – de stuurgroep van de het project – kregen een presentatie, met het nodige advies over hoe we het food lab ook in de toekomst kunnen inzetten. En tegen de middag was het dan zo ver. Op het pleintje stond het food lab klaar, met bijhorende lunch.
Onze conclusie: cocreatie kan tot hele mooie resultaten leiden. Studenten kunnen daarbij een sleutelrol spelen, maar … het vergt wel vertrouwen en een open geest van de stuurgroep om studenten te laten experimenteren. En, last but not least, de rol van de begeleiders mag in dit proces niet onderschat worden: het enthousiasme en nauwe opvolging van Sebastiaan en Lotte waren cruciale factoren in deze cocreatie.
Tessa Avermaete, Faculty of Bio-Engineering (KU Leuven)